In vijf stappen een financieel plan voor je kledingwinkel

Het beginnen van een (online) winkel is een groot avontuur waarbij er een hoop onzekerheden kunnen zijn. Dat maakt het natuurlijk niet minder leuk om te doen. Om jezelf wat beter te beschermen is een begroting een ideaal hulpmiddel. Het geeft namelijk iets van zekerheid in een nogal onzekere periode. 

Een begroting is niet alleen interessant voor startende ondernemers, maar ook voor ervaren ondernemers kan het nuttige inzichten opleveren. Sla als ervaren ondernemer rustig stap 1 over maar ga vooral de diepte in bij stap 2.

De vijf type begrotingen

1. Privé begroting
2. Investeringsbegroting
3. Financieringsbegroting
4. Exploitatiebegroting
5. Liquiditeitsbegroting

Voor ZZP’ers hebben ze zelfs een aparte afdeling dat heet Geldplan ZZP. Hier kan de gevorderde ondernemer ook baat bij hebben. Ook al heb je al een volledig zakenplan. Door namelijk anoniem met het Nibud in gesprek te gaan, kunnen zij je wijzen op op punten waar je zelf niet aan gedacht hebt. Dit geeft jou als ondernemer meer financiële vrijheid.

2. De investeringsbegroting
De vraag die met deze begroting beantwoordt wordt is: Hoeveel liquide middelen zijn er nodig om je webshop draaiende te houden?

Om een webshop te starten is er geld nodig. Hoeveel geld is afhankelijk van de manier waarop je bedrijf is ingericht. Begin je een dropshipping business dan heb je weinig opstartkosten. Begin je echter zelf met inkopen, dan zal er een flinke investering nodig zijn om je producten aan te schaffen. Hoe duurder je producten hoe groter je investeringskapitaal.

Het is belangrijk om hier onderscheid te maken in welk kapitaal je nodig hebt om te starten. En welk kapitaal je nodig hebt om draaiende te blijven. Het is verstandig om hierin drie scenario’s uit te schrijven, best-case, worst-case en most likely. Door jezelf deze vragen te stellen komt er meer inzicht in welk kapitaal je nodig hebt. Bijvoorbeeld bij het worst-case scenario kan het zijn dat je de eerste 3 maanden geen producten verkoopt. Hoe zorg je er dan voor dat je het financieel nog steeds redt?

De spullen die nodig zijn om je bedrijf te runnen zijn er in twee vormen. Producten die je langer dan een jaar nodig hebt zoals een pand/opslag of laptop. Dit wordt Vaste Activa genoemd in een begroting. 

Naast vaste activa heb je ook nog Vlottende activa. Zoals de naam al doet vermoeden zijn dit kosten die korter dan een jaar zijn. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor een business coach traject van 6 maanden, voorraad of openstaande rekeningen van klanten. Dit zijn allemaal kosten die meegenomen worden als vlottende activa in je investeringsbegroting.

Wat belangrijk is om te onthouden is dat de kosten die terugkomen voor bijvoorbeeld advertenties of promotiemateriaal niet geplaatst worden op de investeringsbegroting. Terugkerende kosten zijn namelijk voor de exploitatiebegroting van stap 4. 

In je investeringsbegroting kan je ook offertes meenemen die je hebt opgevraagd bij leveranciers. Dit is namelijk belangrijk wanneer je een financiering gaat aanvragen. Je kan dan aantonen dat je echt onderzoek gedaan hebt naar de investeringskosten waardoor je serieuzer genomen wordt.

Een startende ondernemer heeft veelal twee bronnen van vermogen. Eigen vermogen zoals spaargeld en vreemd vermogen zoals een lening. 

Voor je eigen vermogen telt spaargeld en spullen die je nodig hebt om je bedrijf te beginnen zoals een laptop. Achtergestelde leningen via vrienden of familie telt ook als eigen vermogen. Dit komt omdat dit type vermogen als laatste hun geld terugkrijgen van de curator mocht er sprake zijn van een faillissement. 

Als je bedrijf tegen hoge opstartkosten aanloopt heb je vaak vreemd vermogen nodig. Net als bij activa in de investeringbegroting, heb je ook hier de opsplitsing van leningen. Er zijn twee soorten vreemd vermogen. Kort vreemd vermogen is een ‘’lening’’ voor korter dan een jaar. Denk hier aan leveranciers krediet of te betalen belastingen. Lang vreemd vermogen is een ‘’lening’’ voor langer dan een jaar, bijvoorbeeld een hypotheek.

Wanneer je naar de bank of externe partij gaat om te kijken of je vermogen mag lenen voor je onderneming, wordt er vaak gekeken naar de solvabiliteit van je bedrijf. Solvabiliteit betekent de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. De bank wil veelal een begroting zien met minimaal 30% eigen vermogen. Dit is om het risico te verlagen van de bank.

De solvabiliteit bereken je als volgt:

(Eigen vermogen / Totaal vermogen) X 100%

Wanneer je de investerings en financieringsbegroting naast elkaar legt en het blijkt dat je niet minimaal die 30% haalt, is dit geen onontkomelijk obstakel. Je zal dan moeten kijken naar andere financieringsmogelijkheden of een uitermate sterk bedrijfsplan hebben om de bank alsnog te overtuigen.

4. De exploitatiebegroting
De vraag die hier beantwoord wordt is: Hoeveel vermogen gaat erin en hoeveel vermogen komt eruit? Het uitgangspunt is om te kijken of je bedrijf wel rendabel is.

Wanneer je een onderneming start weet je dat dit meerdere jaren zal gaan duren. Het is daarom van belang een overzicht te maken voor de eerste drie jaar. Hierin ga je inzicht verschaffen in welke kosten er nodig zijn voor het draaien van je business. De exploitatiebegroting heet ook wel resultatenbegroting of winst-en verliesrekening. De kosten die hierop komen te staan zijn dus andere kosten dan die genoteerd zijn bij de investeringbegroting voor de opstart en opening van je bedrijf.

Ten opzichte van de andere rekeningen is de exploitatiebegroting erg makkelijk. Je rekent uit hoeveel omzet je verwacht op basis van eerdere ervaringen of je marktonderzoek. Daar haal je inkoopwaarde van de omzet vanaf en dat heb je de bruto winst. De inkoopwaarde van de omzet wordt berekend door de afzet te vermenigvuldigen met de gemiddelde inkoopprijs van de producten. Dan kijk je naar alle andere kosten die haal je er ook van af en dan blijft de netto winst ook over. Zie hieronder een voorbeeld van de exploitatiebegroting:

Een liquiditeitsbegroting maak je niet per jaar, maar kijk je juist naar de exacte datums dat geld binnenkomt en eruit gaat. Zo kun je goed zien op maandbasis of er een overschot of tekort is. 

Wanneer je merkt dat een bepaalde maand een tekort dreigt te ontstaan. Bijvoorbeeld doordat er bestelde artikelen eerder binnen komen. Dan had je dit ruim van te voren moeten reserveren. Of in gedeeltes. Hierdoor verklein je de kans dat er een tekort ontstaat.

Het is hier van essentieel belang om goed na te blijven denken. Je kan bijvoorbeeld gebruik maken van betalingstermijnen. Of vaste betaal momenten voor je openstaande facturen gebruiken. Zo hou jij voor jezelf altijd het overzicht.

Nu heb je zekerheid

Als je alle stappen doorlopen hebt, dan heb je een sterk financieel plan liggen. Dit zorgt ervoor dat jij met een gerust hart je bedrijf kan starten. Het geeft inzicht in hoeveel geld je van te voren nodig hebt, wat er binnenkomt en wat eruit gaat. Maar voornamelijk waar je rekening mee dient te houden als we praten over cashflow. Deze zekerheid zorgt ervoor dat jouw onderneming een grotere kans op slagen heeft.